Top

Het belang van werkgeluk

Het Werkgelukonderzoek 2019 bevestigt dat investeren in werkgeluk loont. Tsuru sprak zowel met de onderzoekster van het rapport, als met onze experts om de nieuwe bevindingen en cijfers zo goed mogelijk te duiden. Dit leidde tot deze longread.

Iedereen wil ’s ochtends het liefst fluitend de sleutel in het kantoorpand steken. Een nieuwe werkdag, een nieuwe uitdaging. Hoe begin jij jouw dag? Al glimlachend een praatje maken bij het koffiezetapparaat met de collega’s? En welk gevoel krijg je bij het openen van je mailbox? Misschien zie je een virtuele checklist, waar jij vandaag eens wat ingebeelde groene vinkjes voor gaat zetten. De klok hou je niet echt in de gaten, je merkt vanzelf wel wanneer het kantoor weer leegdruppelt. Je wenst alle collega’s een fijne avond, en tot morgen!

Herken jij jouw maandag tot vrijdag routine hierin? Dan klinkt het alsof je wel gelukkig bent op je werk. Daarmee behoor je in Nederland tot de meerderheid. Dat blijkt in ieder geval uit de resultaten van het Werkgelukonderzoek 2019, afkomstig van onderzoeks- en adviesbureau MonitorGroep, in samenwerking met Happy Office en Gelukkig Werken Nederland.

Werkgelukcijfer stijgt bij aandacht voor werkgeluk

Nederlanders zijn niet bang om relatief hoge voldoendes te geven voor hun algemene werkgeluk. 47% van alle medewerkers geeft een acht of hoger. Slechts 12% geeft een magere voldoende, een 6. Daarmee vallen de onvoldoendes in de minderheid. Een magere 13% van alle ondervraagden ervaart een onvoldoende voor zijn of haar werkgeluk.

Volgens Sandrijn Swarts, onderzoeker van het Werkgelukonderzoek 2019, is het belangrijk om aandacht te besteden aan werkgeluk op de werkvloer. “Uit ons onderzoek is gebleken dat het werkgelukcijfer stijgt als er meer aandacht wordt besteed aan werkgeluk.”

werkgeluk-statistiek.png#asset:5316

Ik-kant en Wij-kant

Volgens het onderzoek spelen er acht belangrijke factoren om werkgeluk te ervaren. Deze acht factoren kun je onderverdelen in vier factoren die je zelf in de hand hebt, en vier factoren waar jouw omgeving een rol in speelt. We spreken dan van een Ik-kant en een Wij-kant:

Ik-kant: om je gelukkig op je werk te voelen, kun je in aantal zaken zelf het heft in handen nemen door aan de volgende vier factoren te werken: ‘plezier’, ‘voldoening’, ‘competentie’ en ‘autonomie’.

Wij-kant: je omgeving heeft echter ook een vinger in de pap als het op jouw werkgeluk aankomt. Naast de bovengenoemde vier factoren hebben de factoren ‘vertrouwen’, ‘verbinding’, ‘zingeving’ en ‘waardering’ ook invloed.

ik-wij-kant.png#asset:5317

Maak werkgeluk zichtbaar

32% van de medewerkers zegt al bezig te zijn met werkgeluk. Daarnaast ziet 23% van de medewerkers het belang ervan in, ook al zijn ze er nog niet actief mee bezig. Ze staan er echter wel voor open. Het resterende percentage staat er wat minder voor open. Eén van de redenen hiervoor is dat het te zweverig overkomt. Om werkgeluk succesvol te introduceren op de werkvloer, is het volgens Swarts dus van belang om de term werkgeluk eerst concreet te maken. “Maak het zichtbaar op het werk, en maak duidelijk dat het iets oplevert. Alleen wat ballonnen ophangen zorgt niet voor meer werkgeluk.”

bezig-met-werkgeluk.png#asset:5320

Swarts legt de autonomie wel bij de medewerker zelf. “Je zult altijd medewerkers hebben die niks om werkgeluk geven en gewoon willen werken. Het gaat er dan als organisatie ook niet om om iedereen mee te krijgen. Begin gewoon met een kleine groep die ermee aan de slag wil. Het belangrijkste is dat de medewerker er zelf eigenaar van kan worden.” Medewerkers moeten namelijk zelf inzicht hebben in waar ze aan willen werken. Zo kan de organisatie achterhalen waar de drukpunten liggen, zodat ze specifiek op deze factoren in kunnen spelen.

Wil je werkgeluk dus succesvol introduceren op de werkvloer, begin dan met een enthousiaste (kleine) groep medewerkers, adviseert Swarts. “Je zult vanzelf zien dat het groter wordt. In de praktijk zien we namelijk dat het vaak aanstekelijk werkt. Medewerkers zien dat anderen met leuke dingen bezig zijn, en willen hier dan toch aan meedoen. Het is namelijk bewezen dat een positieve sfeer aanstekelijk werkt. Door met een groepje te beginnen maak je het zichtbaar, en haal je het abstracte van de term werkgeluk af. Dat lukt het beste door de resultaten ook te communiceren.”

Nu we een beeld hebben van de gelukmakers, kunnen we ook naar de schaduwkant van werkgeluk kijken: de zogenaamde dishappifiers. Ook deze kunnen we weer in een groep van vier onderverdelen. Zo is de ervaring van werkdruk van belang (zowel te hoog als te laag), werkomgeving, communicatie en efficiëntie van de organisatie. Deze dragen niet bij aan het verhogen van je werkgeluk. Het kan je werkgeluk echter wel verlagen.

Organisatie en medewerkers zelf verantwoordelijk voor werkgeluk

Dit alles zorgt ervoor dat de organisatie en medewerkers de handen ineen moeten slaan om werkgeluk zoveel mogelijk te stimuleren: de Ik-kant van medewerkers, samen met de Wij-kant van andere medewerkers en leidinggevenden. Dat het een samenwerking moet zijn, komt ook terug uit de onderzoekcijfers. Slechts 15% van alle ondervraagden gelooft namelijk dat het werkgeluk grotendeels door zichzelf bepaald wordt.

Volgens het Werkgelukonderzoek van vorig jaar vinden medewerkers met een laag werkgeluk eerder dat het geluk bepaald wordt door de organisatie. Volgens dat onderzoek vindt slechts 19% van de medewerkers dat de organisatie het geluk merendeels bepaalt. Echter, binnen de groep medewerkers met een laag werkgeluk ligt dit op 29%.

Een te lage werkdruk net zo gevaarlijk als een te hoge werkdruk

Eerder werd de werkdruk al genoemd als potentiële dishappifier. Een goede werkdruk vinden is echter niet makkelijk. Zie het als een metaforische elastiek. De werkdruk kan te laag zijn, en de elastiek hangt er slap bij. Zo ook de medewerker. Het gevolg? Een bore-out, de minder bekende tegenhanger van de burn-out. Trek je echter te hard aan een elastiek, dan weten we allemaal wat er gebeurt. Het elastiek (de medewerker) knapt. Een hoge werkdruk voor medewerkers hoeft totaal geen probleem te zijn, zolang er geen hinder door wordt ondervonden. Is dit wel het geval, dan daalt het werkgeluk drastisch.

Maar een te lage werkdruk is volgens klinisch psycholoog Jessy Brouwers ook gevaarlijk voor de gezondheid. “Een bore-out kan net zo gevaarlijk zijn als een burn-out.” Niet alleen functioneer je onder je niveau waardoor je je gaat vervelen, je concentratie neemt ook af. Zelfs erkenning krijgen in deze rol kan zorgen voor stress. “Als iemand zegt dat je iets goed hebt gedaan, dan komt het compliment niet aan. Je hebt immers niet het gevoel dat je iets goed doet, waardoor je een gevoel van falen krijgt. Dat is echt een stressfactor.”

De bore-out kan een gevolg zijn van (verkeerde) scholing, volgens Brouwers. “Het kan zijn dat jij als persoon bepaalde capaciteiten hebt, maar niet de opleiding gevolgd hebt om deze capaciteiten op de werkvloer te gebruiken. Zo kom je niet echt tot je recht.” Mocht een bore-out dus boven je hoofd hangen, overweeg dan om meer uitdaging te zoeken door bijvoorbeeld scholing. Zorg in ieder geval voor uitdagingen buiten het werk. Het is volgens Brouwers namelijk cruciaal om je brein te blijven prikkelen. “Mensen onderschatten dat als je een intellect hebt, je deze ook moet bevredigen. Als je dat niet doet, dan verwaarloos je die spier als het ware, wat leidt tot een onderontwikkelde spier.”

Het belang van ‘flow’

Dat een hoge werkdruk een belangrijke rol speelt voor meer werkgeluk, zal voor sommigen een verbazing zijn. De hele dag achterover leunen blijkt toch voor minder werkgeluk te zorgen dan hard aan het werk zijn. De reden? Flow. We zoeken massaal naar flow in ons werk, maar bereiken het lastig. Slechts 17% geeft aan regelmatig flow in het werk te ervaren. Maar wat is flow precies? “Het is een staat van zijn die je met werk of sport kunt bereiken”, legt Swarts uit. “Het betekent helemaal in je werk opgaan, de tijd vergeten en je echt verbonden voelen aan je werk. Zo stijg je boven jezelf uit, en heb je een sterker gevoel van voldoening. Het is ook bewezen dat je dankzij flow je vaardigheden sterker ontwikkelt.”

Volgens Swarts heb je drie dingen nodig om flow te bereiken: “Ten eerste moet je je kunnen focussen, dus geen afleiding. Ten tweede moeten je vaardigheden en werkzaamheden in balans zijn. Je werk moet dus niet te makkelijk, en niet te moeilijk zijn. Als je werk geroutineerd gaat, kom je niet in de flow. Ten derde heb je een duidelijk doel nodig, met zichtbaar resultaat. Zo kun je ook feedback op je werk krijgen.”

Redenen voor een te hoge werkdruk

Om flow te bereiken moet je dus genoeg werk hebben om bezig te blijven. Maar dit kan doorslaan in een te hoge werkdruk, wat funest is voor werkgeluk. Volgens het onderzoek zijn de drie meest voorkomende redenen voor een te hoge werkdruk:

1. Te weinig collega’s beschikbaar.

2. Ik zeg niet snel ‘nee’.

3. Ik ga voor de hoogste kwaliteit.

Deze volgorde geldt echter niet voor alle medewerkers. Voor de perfectionisten onder ons geldt deze volgorde:

1. Ik ga voor de hoogste kwaliteit.

2. Te weinig collega’s beschikbaar.

3. Ik zeg niet snel ‘nee’.

‘Je mag perfectionistisch zijn’

Medewerkers die kampen met perfectionisme kunnen natuurlijk meer druk voelen op de werkvloer. “Perfectionisten zijn over het algemeen heel vasthoudend en ambitieus, maar ook wat faalangstig”, verklaart Brouwers. “Als je aan een perfectionist vraagt om iets uit handen te geven, dan kom je aan de eigenschap vasthoudendheid.” Niet durven iets uit handen te geven kan tot een te hoge werkdruk leiden.

Maar hoe pak je perfectionisme dan aan als dit tot problemen leidt? Volgens Brouwers is acceptatie een belangrijke stap. “Je mág perfectionistisch zijn. Je moet de oplossing niet vinden in ‘ik ben perfectionistisch, dus ik moet minder perfectionistisch worden’. Een perfectionist heeft moeite met werk loslaten. Daarom is het voor een perfectionist belangrijk om een andere hobby te kunnen vastpakken. Je kunt namelijk geen twee dingen tegelijk, dus laat het ene (werk) los voor het andere (hobby). Als een perfectionist bijvoorbeeld in een competitie sport, dan wil deze hier steeds beter in worden. Zo krijgt deze persoon meer drive om om vijf uur te stoppen met werken om aan het sporten te werken.”

Verschillende scores op werkgeluk

Mannen en vrouwen scoren beide een mooie voldoende op hun werkgeluk. Toch scoren mannen nét iets hoger, een 7,3 tegenover een 7,0 voor vrouwen. Dat heeft volgens Swarts twee redenen: “Vrouwen zijn wat perfectionistischer dan mannen. Mannen kunnen dingen na het werk makkelijker loslaten, ze hebben wat meer zelfvertrouwen, blijven niet te lang hangen in dingen en kunnen beter met tegenslagen omgaan.”

man-vrouwverhouding.png#asset:5321

Daarnaast bevestigt Swarts dat mannen iets hoger scoren, omdat mannen meer leidinggevende posities bekleden. “Leidingevenden voelen meer autonomie op het werk, dit resulteert ook in een hoger werkgeluk.”

Naast een verschil in werkgeluk tussen mannen en vrouwen, constateert Swarts ook een onderscheid tussen jongeren en ouderen op de werkvloer. “Ouderen scoren hoger op werkgeluk dan jongeren. De groep van 45 jaar en ouder is de gelukkigste groep, ze scoren hoger op zelfvertrouwen en veerkracht dan jongeren.” Het verbaast Brouwers niet. “Ouderen hebben reëlere verwachtingen, ze weten beter wat ze willen en hebben een duidelijke identiteit. Ze zijn al wat vaker tegen hun grenzen aan gelopen.”

Fysieke risico’s van een gebrek aan werkgeluk

Los van mentale klachten kan werkgeluk ook een invloed hebben op je fysieke welzijn. Zeker een gebrek aan werkgeluk kan gevaarlijk zijn, aangezien het leidt tot stressgevoelens. Cardioloog Ruud van Langeveld vertelt over de gevolgen van stressgevoelens: “Chronische stress kan leiden tot lichamelijke klachten, bezwaren en uiteindelijk ook ziektes. Dat is vaak wat je het eerste merkt bij chronische stress. Mensen kunnen een jagend hart of hartkloppingen ervaren. Dat beangstigt mensen, waardoor de stress weer versterkt wordt.”

Daarnaast kan stress volgens Van Langeveld een effect op de bloedvaten en het hart hebben. “Stress kan ontstekingsstoffen loslaten die op je bloedvaten werken. Ze kunnen de wanden van de bloedvaten laten ontsteken, wat een heleboel negatieve gevolgen kan hebben voor de bloedvaten en het hart.”

Conclusie

Al met al is aandacht voor werkgeluk dus een ontzettend goede investering voor zowel een organisatie als de medewerker zelf. De medewerker voelt zich gelukkiger en gezonder. De organisatie profiteert van productievere medewerkers. Volgens het Werkgelukonderzoek van vorig jaar zijn gelukkige medewerkers namelijk onder andere creatiever, nieuwsgieriger en gemotiveerder. Daarnaast verzuimen ze minder, werken ze beter samen en dragen ze meer bij aan de winst en sales van de organisatie. Zo halen ze hogere beoordelingen van collega’s en managers.

Het belang van werkgeluk

Het Werkgelukonderzoek 2019 bevestigt dat investeren in werkgeluk loont. Tsuru sprak zowel met de onderzoekster van het rapport, als met onze experts om de nieuwe bevindingen en cijfers zo goed mogelijk te duiden. Dit leidde tot deze longread.

Iedereen wil ’s ochtends het liefst fluitend de sleutel in het kantoorpand steken. Een nieuwe werkdag, een nieuwe uitdaging. Hoe begin jij jouw dag? Al glimlachend een praatje maken bij het koffiezetapparaat met de collega’s? En welk gevoel krijg je bij het openen van je mailbox? Misschien zie je een virtuele checklist, waar jij vandaag eens wat ingebeelde groene vinkjes voor gaat zetten. De klok hou je niet echt in de gaten, je merkt vanzelf wel wanneer het kantoor weer leegdruppelt. Je wenst alle collega’s een fijne avond, en tot morgen!

Herken jij jouw maandag tot vrijdag routine hierin? Dan klinkt het alsof je wel gelukkig bent op je werk. Daarmee behoor je in Nederland tot de meerderheid. Dat blijkt in ieder geval uit de resultaten van het Werkgelukonderzoek 2019, afkomstig van onderzoeks- en adviesbureau MonitorGroep, in samenwerking met Happy Office en Gelukkig Werken Nederland.

Werkgelukcijfer stijgt bij aandacht voor werkgeluk

Nederlanders zijn niet bang om relatief hoge voldoendes te geven voor hun algemene werkgeluk. 47% van alle medewerkers geeft een acht of hoger. Slechts 12% geeft een magere voldoende, een 6. Daarmee vallen de onvoldoendes in de minderheid. Een magere 13% van alle ondervraagden ervaart een onvoldoende voor zijn of haar werkgeluk.

Volgens Sandrijn Swarts, onderzoeker van het Werkgelukonderzoek 2019, is het belangrijk om aandacht te besteden aan werkgeluk op de werkvloer. “Uit ons onderzoek is gebleken dat het werkgelukcijfer stijgt als er meer aandacht wordt besteed aan werkgeluk.”

werkgeluk-statistiek.png#asset:5316

Ik-kant en Wij-kant

Volgens het onderzoek spelen er acht belangrijke factoren om werkgeluk te ervaren. Deze acht factoren kun je onderverdelen in vier factoren die je zelf in de hand hebt, en vier factoren waar jouw omgeving een rol in speelt. We spreken dan van een Ik-kant en een Wij-kant:

Ik-kant: om je gelukkig op je werk te voelen, kun je in aantal zaken zelf het heft in handen nemen door aan de volgende vier factoren te werken: ‘plezier’, ‘voldoening’, ‘competentie’ en ‘autonomie’.

Wij-kant: je omgeving heeft echter ook een vinger in de pap als het op jouw werkgeluk aankomt. Naast de bovengenoemde vier factoren hebben de factoren ‘vertrouwen’, ‘verbinding’, ‘zingeving’ en ‘waardering’ ook invloed.

ik-wij-kant.png#asset:5317

Maak werkgeluk zichtbaar

32% van de medewerkers zegt al bezig te zijn met werkgeluk. Daarnaast ziet 23% van de medewerkers het belang ervan in, ook al zijn ze er nog niet actief mee bezig. Ze staan er echter wel voor open. Het resterende percentage staat er wat minder voor open. Eén van de redenen hiervoor is dat het te zweverig overkomt. Om werkgeluk succesvol te introduceren op de werkvloer, is het volgens Swarts dus van belang om de term werkgeluk eerst concreet te maken. “Maak het zichtbaar op het werk, en maak duidelijk dat het iets oplevert. Alleen wat ballonnen ophangen zorgt niet voor meer werkgeluk.”

bezig-met-werkgeluk.png#asset:5320

Swarts legt de autonomie wel bij de medewerker zelf. “Je zult altijd medewerkers hebben die niks om werkgeluk geven en gewoon willen werken. Het gaat er dan als organisatie ook niet om om iedereen mee te krijgen. Begin gewoon met een kleine groep die ermee aan de slag wil. Het belangrijkste is dat de medewerker er zelf eigenaar van kan worden.” Medewerkers moeten namelijk zelf inzicht hebben in waar ze aan willen werken. Zo kan de organisatie achterhalen waar de drukpunten liggen, zodat ze specifiek op deze factoren in kunnen spelen.

Wil je werkgeluk dus succesvol introduceren op de werkvloer, begin dan met een enthousiaste (kleine) groep medewerkers, adviseert Swarts. “Je zult vanzelf zien dat het groter wordt. In de praktijk zien we namelijk dat het vaak aanstekelijk werkt. Medewerkers zien dat anderen met leuke dingen bezig zijn, en willen hier dan toch aan meedoen. Het is namelijk bewezen dat een positieve sfeer aanstekelijk werkt. Door met een groepje te beginnen maak je het zichtbaar, en haal je het abstracte van de term werkgeluk af. Dat lukt het beste door de resultaten ook te communiceren.”

Nu we een beeld hebben van de gelukmakers, kunnen we ook naar de schaduwkant van werkgeluk kijken: de zogenaamde dishappifiers. Ook deze kunnen we weer in een groep van vier onderverdelen. Zo is de ervaring van werkdruk van belang (zowel te hoog als te laag), werkomgeving, communicatie en efficiëntie van de organisatie. Deze dragen niet bij aan het verhogen van je werkgeluk. Het kan je werkgeluk echter wel verlagen.

Organisatie en medewerkers zelf verantwoordelijk voor werkgeluk

Dit alles zorgt ervoor dat de organisatie en medewerkers de handen ineen moeten slaan om werkgeluk zoveel mogelijk te stimuleren: de Ik-kant van medewerkers, samen met de Wij-kant van andere medewerkers en leidinggevenden. Dat het een samenwerking moet zijn, komt ook terug uit de onderzoekcijfers. Slechts 15% van alle ondervraagden gelooft namelijk dat het werkgeluk grotendeels door zichzelf bepaald wordt.

Volgens het Werkgelukonderzoek van vorig jaar vinden medewerkers met een laag werkgeluk eerder dat het geluk bepaald wordt door de organisatie. Volgens dat onderzoek vindt slechts 19% van de medewerkers dat de organisatie het geluk merendeels bepaalt. Echter, binnen de groep medewerkers met een laag werkgeluk ligt dit op 29%.

Een te lage werkdruk net zo gevaarlijk als een te hoge werkdruk

Eerder werd de werkdruk al genoemd als potentiële dishappifier. Een goede werkdruk vinden is echter niet makkelijk. Zie het als een metaforische elastiek. De werkdruk kan te laag zijn, en de elastiek hangt er slap bij. Zo ook de medewerker. Het gevolg? Een bore-out, de minder bekende tegenhanger van de burn-out. Trek je echter te hard aan een elastiek, dan weten we allemaal wat er gebeurt. Het elastiek (de medewerker) knapt. Een hoge werkdruk voor medewerkers hoeft totaal geen probleem te zijn, zolang er geen hinder door wordt ondervonden. Is dit wel het geval, dan daalt het werkgeluk drastisch.

Maar een te lage werkdruk is volgens klinisch psycholoog Jessy Brouwers ook gevaarlijk voor de gezondheid. “Een bore-out kan net zo gevaarlijk zijn als een burn-out.” Niet alleen functioneer je onder je niveau waardoor je je gaat vervelen, je concentratie neemt ook af. Zelfs erkenning krijgen in deze rol kan zorgen voor stress. “Als iemand zegt dat je iets goed hebt gedaan, dan komt het compliment niet aan. Je hebt immers niet het gevoel dat je iets goed doet, waardoor je een gevoel van falen krijgt. Dat is echt een stressfactor.”

De bore-out kan een gevolg zijn van (verkeerde) scholing, volgens Brouwers. “Het kan zijn dat jij als persoon bepaalde capaciteiten hebt, maar niet de opleiding gevolgd hebt om deze capaciteiten op de werkvloer te gebruiken. Zo kom je niet echt tot je recht.” Mocht een bore-out dus boven je hoofd hangen, overweeg dan om meer uitdaging te zoeken door bijvoorbeeld scholing. Zorg in ieder geval voor uitdagingen buiten het werk. Het is volgens Brouwers namelijk cruciaal om je brein te blijven prikkelen. “Mensen onderschatten dat als je een intellect hebt, je deze ook moet bevredigen. Als je dat niet doet, dan verwaarloos je die spier als het ware, wat leidt tot een onderontwikkelde spier.”

Het belang van ‘flow’

Dat een hoge werkdruk een belangrijke rol speelt voor meer werkgeluk, zal voor sommigen een verbazing zijn. De hele dag achterover leunen blijkt toch voor minder werkgeluk te zorgen dan hard aan het werk zijn. De reden? Flow. We zoeken massaal naar flow in ons werk, maar bereiken het lastig. Slechts 17% geeft aan regelmatig flow in het werk te ervaren. Maar wat is flow precies? “Het is een staat van zijn die je met werk of sport kunt bereiken”, legt Swarts uit. “Het betekent helemaal in je werk opgaan, de tijd vergeten en je echt verbonden voelen aan je werk. Zo stijg je boven jezelf uit, en heb je een sterker gevoel van voldoening. Het is ook bewezen dat je dankzij flow je vaardigheden sterker ontwikkelt.”

Volgens Swarts heb je drie dingen nodig om flow te bereiken: “Ten eerste moet je je kunnen focussen, dus geen afleiding. Ten tweede moeten je vaardigheden en werkzaamheden in balans zijn. Je werk moet dus niet te makkelijk, en niet te moeilijk zijn. Als je werk geroutineerd gaat, kom je niet in de flow. Ten derde heb je een duidelijk doel nodig, met zichtbaar resultaat. Zo kun je ook feedback op je werk krijgen.”

Redenen voor een te hoge werkdruk

Om flow te bereiken moet je dus genoeg werk hebben om bezig te blijven. Maar dit kan doorslaan in een te hoge werkdruk, wat funest is voor werkgeluk. Volgens het onderzoek zijn de drie meest voorkomende redenen voor een te hoge werkdruk:

1. Te weinig collega’s beschikbaar.

2. Ik zeg niet snel ‘nee’.

3. Ik ga voor de hoogste kwaliteit.

Deze volgorde geldt echter niet voor alle medewerkers. Voor de perfectionisten onder ons geldt deze volgorde:

1. Ik ga voor de hoogste kwaliteit.

2. Te weinig collega’s beschikbaar.

3. Ik zeg niet snel ‘nee’.

‘Je mag perfectionistisch zijn’

Medewerkers die kampen met perfectionisme kunnen natuurlijk meer druk voelen op de werkvloer. “Perfectionisten zijn over het algemeen heel vasthoudend en ambitieus, maar ook wat faalangstig”, verklaart Brouwers. “Als je aan een perfectionist vraagt om iets uit handen te geven, dan kom je aan de eigenschap vasthoudendheid.” Niet durven iets uit handen te geven kan tot een te hoge werkdruk leiden.

Maar hoe pak je perfectionisme dan aan als dit tot problemen leidt? Volgens Brouwers is acceptatie een belangrijke stap. “Je mág perfectionistisch zijn. Je moet de oplossing niet vinden in ‘ik ben perfectionistisch, dus ik moet minder perfectionistisch worden’. Een perfectionist heeft moeite met werk loslaten. Daarom is het voor een perfectionist belangrijk om een andere hobby te kunnen vastpakken. Je kunt namelijk geen twee dingen tegelijk, dus laat het ene (werk) los voor het andere (hobby). Als een perfectionist bijvoorbeeld in een competitie sport, dan wil deze hier steeds beter in worden. Zo krijgt deze persoon meer drive om om vijf uur te stoppen met werken om aan het sporten te werken.”

Verschillende scores op werkgeluk

Mannen en vrouwen scoren beide een mooie voldoende op hun werkgeluk. Toch scoren mannen nét iets hoger, een 7,3 tegenover een 7,0 voor vrouwen. Dat heeft volgens Swarts twee redenen: “Vrouwen zijn wat perfectionistischer dan mannen. Mannen kunnen dingen na het werk makkelijker loslaten, ze hebben wat meer zelfvertrouwen, blijven niet te lang hangen in dingen en kunnen beter met tegenslagen omgaan.”

man-vrouwverhouding.png#asset:5321

Daarnaast bevestigt Swarts dat mannen iets hoger scoren, omdat mannen meer leidinggevende posities bekleden. “Leidingevenden voelen meer autonomie op het werk, dit resulteert ook in een hoger werkgeluk.”

Naast een verschil in werkgeluk tussen mannen en vrouwen, constateert Swarts ook een onderscheid tussen jongeren en ouderen op de werkvloer. “Ouderen scoren hoger op werkgeluk dan jongeren. De groep van 45 jaar en ouder is de gelukkigste groep, ze scoren hoger op zelfvertrouwen en veerkracht dan jongeren.” Het verbaast Brouwers niet. “Ouderen hebben reëlere verwachtingen, ze weten beter wat ze willen en hebben een duidelijke identiteit. Ze zijn al wat vaker tegen hun grenzen aan gelopen.”

Fysieke risico’s van een gebrek aan werkgeluk

Los van mentale klachten kan werkgeluk ook een invloed hebben op je fysieke welzijn. Zeker een gebrek aan werkgeluk kan gevaarlijk zijn, aangezien het leidt tot stressgevoelens. Cardioloog Ruud van Langeveld vertelt over de gevolgen van stressgevoelens: “Chronische stress kan leiden tot lichamelijke klachten, bezwaren en uiteindelijk ook ziektes. Dat is vaak wat je het eerste merkt bij chronische stress. Mensen kunnen een jagend hart of hartkloppingen ervaren. Dat beangstigt mensen, waardoor de stress weer versterkt wordt.”

Daarnaast kan stress volgens Van Langeveld een effect op de bloedvaten en het hart hebben. “Stress kan ontstekingsstoffen loslaten die op je bloedvaten werken. Ze kunnen de wanden van de bloedvaten laten ontsteken, wat een heleboel negatieve gevolgen kan hebben voor de bloedvaten en het hart.”

Conclusie

Al met al is aandacht voor werkgeluk dus een ontzettend goede investering voor zowel een organisatie als de medewerker zelf. De medewerker voelt zich gelukkiger en gezonder. De organisatie profiteert van productievere medewerkers. Volgens het Werkgelukonderzoek van vorig jaar zijn gelukkige medewerkers namelijk onder andere creatiever, nieuwsgieriger en gemotiveerder. Daarnaast verzuimen ze minder, werken ze beter samen en dragen ze meer bij aan de winst en sales van de organisatie. Zo halen ze hogere beoordelingen van collega’s en managers.